Beleggers wéér de dupe van box 3 wetgeving

Na het kerstarrest dat in december 2021 is uitgesproken is er een overgangsregeling in werking getreden waarin de werkelijke verdeling wordt aangehouden in de vermogensrendementsheffing, maar waar het rendement nog steeds fictief is. Er is veel kritiek over het rendement dat behaald zou moeten worden over het vermogen dat niet op een bankrekening staat.

In dit artikel

Onderstaand een overzicht van de verschillende onderdelen die aan bod komen in dit artikel. Druk op de verschillende regels om direct naar het specifieke onderdeel te navigeren.

Verandering in de wetgeving box 3

Vanaf 2026 zal er wetgeving komen die het werkelijke rendement gaat belasten. Tot die tijd geldt de overgangsregeling waarin het vermogen wordt verdeeld in vermogen op bankrekeningen en ander vermogens; zoals aandelen, beleggingen en een tweede woning. Hoe de regeling van vermogensrendementsheffing precies werkt is beschreven in dit artikel.

Hieronder staan de percentages die gehanteerd worden voor het vermogen dat boven de vrijstelling uitkomt. Het rendement op spaargeld is bij de meeste banken ongeveer hetzelfde en kan daarom realistisch worden ingeschat. Voor overige box 3 bezittingen is dat lastiger omdat er verschillende soorten vermogen onder die post vallen die allemaal tegen hetzelfde percentage worden belast.

Soort vermogen20192020202120222023*
Bank- en spaargeld0,08%0,04%0,01%0,00%0,36%
Overige bezittingen5,59%5,28%5,69%5,53%6,17%
Schulden3,00%2,74%2,46%2,28%2,57%
*Dit zijn de percentages die gebruikt zijn voor de voorlopige aanslagen over 2023. De rendementspercentages over 2023 zijn nog niet definitief.

Rendement op overige bezittingen in box 3

Het feit dat nog steeds alle overige bezittingen tegen hetzelfde tarief worden belast in de vermogensrendementsheffing is verbazingwekkend. In de uitspraak van de Hoge Raad, waardoor de eerdere wetgeving in strijd bleek te zijn met de wet, was namelijk het gelijkheidsbeginsel een van de normen waaraan niet werd voldaan. Dit houdt in dat gelijke gevallen gelijk behandelend dienen te worden en ook dat ongelijke gevallen niet gelijk behandeld horen te worden, maar naar mate van hun ongelijkheid. De overgangswetgeving behandelt nog steeds alle beleggers hetzelfde terwijl het rendement dat op de overige bezittingen gehaald wordt erg uiteenloopt.

De vraag is ook hoe realistisch een rendement van 5% of zelfs 6% per jaar is. Voor aandelenbeleggingen in ontwikkelde markten wordt over 2023 een rendement verwacht van 4% en op staatobligaties wordt een rendement van 1% verwacht. Volgens het Verbond van Financiële BeroepsOrganisaties (VFBO) is het rendement dat de Belastingdienst op overige bezittingen gaat hanteren te hoog voor de meeste beleggers en zeker voor de meer voorzichtige beleggers is dit onhaalbaar.

Indien je wel risicovol genoeg belegt of gaat beleggen om het gestelde rendement te kunnen behalen is er ook een kans dat je in plaats van winst juist geld verliest. Hiermee wordt geen rekening gehouden in het te belasten rendement in box 3. In 2022 zijn aandelen gemiddeld 20% minder waard geworden, maar voor de vermogensrendementsheffing wordt wel verondersteld dat er een winst is geweest. En waarover dus box 3 belasting wordt geheven. Het VFBO verwacht dat de heffing veel aangevochten zal worden omdat de opbrengst die wordt gesteld niet realistisch is, terwijl dit volgens rechtelijke uitspraken wel zou moeten.

Maak bezwaar

Aangezien de regering als oplossing voor de vorige box 3-regeling een andere regeling heeft bedacht voor de box 3-belasting, waarbij nog steeds meer rendement wordt belast dan behaald wordt door sommige belastingplichtigen, is het voor de gedupeerde van belang wéér bezwaar aan te tekenen tegen de regeling voor de vermogensrendementsheffing. In verschillende uitspraken van het Hof is al bevestigd dat indien het verwachte rendement in box 3 hoger is dan het werkelijk behaalde rendement, uitgegaan moet worden van het werkelijk behaalde rendement voor de box 3 belasting.

Dus als je net als vele anderen een lager rendement behaalt op je vermogen dan waarvan in de aangifte wordt uitgegaan, heb je de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen de té hoge box 3 belasting. Het bezwaar moet binnen 6 weken na dagtekening van de aanslag binnen zijn bij de belastingdienst, dus wacht niet te lang met het opstellen of laten opstellen van het bezwaar.

Bezwaar laten maken door BLP

Indien je niet behendig bent met het opstellen van een bezwaarschrift en wat de vereisten zijn bij het aantekenen van bezwaar, zou BLP administratiekantoor dit voor je uit handen kunnen nemen en het contact met de Belastingdienst kunnen onderhouden. Tijdens dit proces houden we je op de hoogte van het contact, zodat je weet wat de status van het bezwaar is. Vraag hiervoor een adviesgesprek aan via deze link.

Arlette Das

Arlette Das

Na afgestudeerd te zijn op Fiscaal Recht & Economie, voorzie ik nu graag ondernemers en particulieren van gedegen advies over diverse belastingzaken.

Binnenkort kopje koffie of thee doen?

☎️  0497-556493
📩  arlette.das@blpbv.nl

Open chat
1
Kunnen we je ergens bij helpen?
Hey, kan ik je ergens mee helpen?